ANALYSE – Het Britse pond is maandenlang geleidelijk opgelopen ten opzichte van de euro. De munt is bijna 10 procent meer waard dan anderhalf jaar geleden. De belangrijkste reden voor die stijging is het groeiende renteverschil tussen het Verenigd Koninkrijk en de eurozone. Die maakt het steeds aanlokkelijker voor partijen om vermogen in ponden aan te houden.

Terwijl de beleidsrentes in de eurozone sinds 2019 onveranderd op een extreem laag niveau liggen, is de Britse centrale bank eind vorig jaar al begonnen met het opschroeven van de rente.

Afgelopen donderdag verhoogde de Bank of England alweer voor de derde keer binnen enkele maanden het officiële rentetarief. Opmerkelijk genoeg deed het pond die dag een klein stapje terug op valutamarkten. De renteboost is kennelijk uitgewerkt.

Een belangrijke reden daarvoor is dat de Europese Centrale Bank (ECB) een week eerder een voorschot nam op een snellere rentestijging dan waar valutamarkten op hadden gerekend. Toch lijkt de terugval van het pond meer op een adempauze dan op een trendomkeer. Het is namelijk niet zeker of de ECB daadwerkelijk bereid is om flink op de renterem te trappen en daarmee ook het economisch herstel in gevaar te brengen.

Daar komt bij dat het Verenigd Koninkrijk aanzienlijk minder afhankelijk is van olie en aardgas uit Rusland dan de eurozone. Maar het zijn vooral handelsbesprekingen die een nieuwe rugwind voor het pond kunnen vormen.

Eind februari werd een vrijhandelsakkoord met Nieuw-Zeeland ondertekend. Het afschaffen van importtarieven en regels kan de onderlinge handel met 60 procent doen stijgen, voorspelt de Britse regering.

Eerder werd al een vergelijkbaar akkoord gesloten met Australië. Volgende week beginnen onderhandelingen over een handelsakkoord met de Verenigde Staten in Baltimore. Er staat zelfs al een tweede onderhandelingsronde gepland in het voorjaar.

Een goede handelsrelatie met de Verenigde Staten was een van de speerpunten van de voorstanders van een Brits vertrek uit de EU. De goederen- en dienstenstroom tussen beide landen is omgerekend bijna 240 miljard euro per jaar waard. Een handelsdeal met de Verenigde Staten zou zeer welkom zijn.

Britse pond kan verder aansterken tegenover de euro

De groei van de Britse economie wordt namelijk behoorlijk afgeremd door allerlei tekorten in toeleveringsketens. Veel buitenlandse werkers zijn teruggekeerd naar hun thuisland. De krapte in de trucksector en bij vleesverwerkende bedrijven leidt tot bevoorradingsproblemen en tot het ruimen van vee dat eigenlijk voor de slacht was bestemd.

De krapte zorgt er ook voor dat de prijzen van allerlei goederen en diensten omhoog schieten in het VK. In de loop van het voorjaar kan de inflatie oplopen tot meer dan 8 procent.

Als de Britse centrale bank harder zijn best blijft doen dan de ECB om de inflatie in te dammen en als de handelsbesprekingen met de VS goed verlopen, ziet het er goed uit voor het pond.

Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld.